Op diverse plekken in Nederland wordt de ambitie van meer integraal werken en langer vooruitplannen al omarmd. De Bouwcampus brengt in het praktijkprogramma mensen bij elkaar die in hun werk te maken hebben met de inrichting van de ondergrond en daarbij te maken krijgen met vraagstukken die vragen om meer samenwerking. Ervaringen uit de praktijk, de uitdagingen en de dilemma’s waar je dan mee te maken krijgt staan centraal in de maandelijkse ‘TransitieMotor: lokale coalities in de ondergrond’.
De volgende TransitieMotor vindt plaats op donderdag 31 maart. Deze middag staat de casus ‘Integrale gebiedsontwikkeling Schiphol Zuid’ centraal.
Wat kunnen lokale coalities leren van Schiphol op het gebied van integraal programmeren? Aan de hand van de casus Schiphol Zuid geeft Arnaud Bots, strategisch adviseur Strategy & Planning, inzicht in deze vraag.
Omdat er verschillende uitdagingen tegelijk op Schiphol Zuid af kwamen, is drie jaar geleden een integraal plan met principes qua indeling en fasering voor de ontwikkeling opgesteld. Voor het gehele gebied, over alle afdelingen heen, met ruimte voor onder andere infrastructuur, utiliteiten, landingsbanen, logistiek, parkeren, gebouwen, verduurzamingsopgaven en klimaatrobuustheid. Het was, ondanks dat Schiphol de meeste assets in eigen eigendom heeft, een hele opgave om over de gehele breedte integraal te werken. Het plan bevat een blauwdruk op hoofdlijnen dat ongeveer negen jaar vooruit loopt, waarvan de principes qua indeling ook vandaag nog stevig staan.
Arnaud vertelt onder andere over de totstandkoming, zijn visie op co-creatie in een integraal programmeringsproces, de rol van besluitvorming en de toegevoegde waarde van een centraal orgaan op (integrale) strategie.
De stedelijke ondergrond is voor veel mensen onbekend terrein, letterlijk én figuurlijk onzichtbaar en te weinig onderdeel van de verduurzamingsagenda. De verantwoordelijkheid ligt voornamelijk bij experts en deskundigen. Buiten deze groep is het onderwerp weinig bekend. Op de werkvloer lijken individuele groepen, zoals bodemexperts en infra-beheerders, elkaar nauwelijks tegen te komen. Er tekent zich een gefragmenteerd beeld af: er zijn allerlei verschillende ‘werelden’ die ieder iets anders doen én bedoelen wanneer ze aan het werk gaan in dezelfde ondergrond. De Bouwcampus ziet daarom aanleiding om partijen en overlegstructuren in Nederland die bezig zijn met de stedelijke ondergrond actief bij elkaar te brengen om zo integrale ontwerppraktijken aan te jagen.
De edities van De TransitieMotor worden vormgegeven rondom de maatschappelijke transities waarbij de herinrichting van de stedelijke ondergrond gemoeid is. Dit geldt voor klimaatadaptatie, de energietransitie, de renovatieopdracht en de bodemkwaliteit. Al deze vraagstukken vragen niet alleen om slimme project-coalities, maar ook om een langetermijnvisie, onder andere op gebieds- en marktontwikkelingen.
Donderdag 31 maart 16:00 – 17:30 uur (online)