Kortere bouwtijd, lagere kosten, minder milieubelasting. Welke corporatie of ontwikkelaar wil dat niet? Fabriekswoningen bieden deze voordelen. Ze breken eindelijk door om de woningnood aan te pakken. Nu al worden er een paar duizend per jaar gerealiseerd. In 2030 naar verwachting jaarlijks 50.000. Dat is pakweg de helft van de beoogde totale jaarlijkse nieuwbouwproductie. Fabriekswoningen zijn tegenwoordig in alle maten verkrijgbaar, ook gestapeld, zijn divers, duurzaam, circulair. Niet alleen voor sociale huur, ook voor vrije huur en koop.

Twaalf Haaglandse corporaties hebben zich verenigd in een bouwstroom voor tenminste 2.000 woningen, acht Noord-Hollandse voor jaarlijks 750 woningen in de komende vijf tot tien jaar. Ook elders in het land zijn corporaties hiermee bezig. Gebiedsontwikkelaar BPD zit op koers om de helft van zijn 9.000 woningen industrieel te laten produceren. Zo’n bouwstroom is nodig voor een rendabele investering in een fabriek. Producenten worden zo minder afhankelijk van steeds schaarsere vakkrachten. Ook opschalen wordt makkelijker. En investeren in R&D om onderscheidend concurrentievoordeel uit te bouwen.

Ook modulaire flexwoningen hebben een korte bouwtijd. Ze worden tijdelijk neergezet, meestal voor 10 of 15 jaar. Omdat ze demontabel en dus verplaatsbaar zijn, is hun levensduur veel langer. Groot voordeel is het ultrakorte vergunningentraject, – slechts een maand of wat. Bedoeld voor spoedzoekers, arbeidsmigranten, statushouders, Oekraïners, studenten, starters. Het afgelopen jaar zijn er 10.000 gerealiseerd. Het Rijk zet in op 15.000.

Corporaties, ontwikkelaars en gemeenten leren deze middag van ervaringsdeskundigen hoe aan te haken om met fabrieks- en flexwoningen de nieuwbouw te versnellen. Wat de kansen zijn, de voordelen, de belemmeringen en de dilemma’s. Hoe pakken ervaringsdeskundigen het aan? Plus praktijkvoorbeelden.

Doelgroep: corporaties, ontwikkelaars, bouwers, gemeenten, installateurs, financiers, toeleveranciers, adviseurs.