Na het uitstel van de invoering van de Omgevingswet heeft minister Ollongren (BZK) per brief van 17 april 2020 aan de Tweede Kamer bekend gemaakt dat ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) niet op 1 januari 2021 in werking zal treden.
De minister geeft in haar brief aan dat de Wet kwaliteitsborging (WKB) voor het bouwen later in werking treedt, omdat ook de Omgevingswet vertraagd is. Zij stelt dat beide wetten een sterke onderlinge relatie hebben op het vlak van wetgeving en op de wijze waarop digitale ondersteuning wordt gefaciliteerd. In het bestuursakkoord dat met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is gesloten, staat dat de beoogde inwerkingtredingsdatum van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen gelijktijdig is met die van de Omgevingswet.
In mindere mate komt dit omdat de wetten een sterke onderlinge relatie hebben en omdat allerlei waarborgen in het Bestuursakkoord zijn opgenomen vanuit VNG over de invoering van WKB. Mede door het bestuursakkoord met VNG is de WKB op 14 mei 2019 door de Eerste Kamer aangenomen.
Inwerkingtreding van het stelsel voor gevolgklasse 1 (o.a. grondgebonden woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen van max. 2 bouwlagen) vindt niet plaats voordat aan voorwaarden uit het Bestuursakkoord is voldaan. Zo is voldoende vertrouwen in robuustheid en betrouwbaarheid van het stelsel na het draaien van proefprojecten vereist, moeten er voldoende (private) kwaliteit-borgers zijn en de toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw (TO) dient te zijn opgericht. Daarnaast moet de ICT bij het Rijk en de gemeenten moet op orde zijn voor het nieuwe proces.
De WKB dient op een lager wetsniveau te worden uitgewerkt in een AmvB. De eisen voor de risicobeoordeling bij meldingsplicht en de eisen voor het dossier bevoegd gezag bij de gereedmelding staan bijvoorbeeld niet in de wet zelf.
De Minister heeft het nieuwe ontwerp van de AmvB op 21 april 2020 aan de Eerste en Tweede Kamer gezonden. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt het Bouwbesluit 2012 en zal als opvolger het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) gelden. Dit betekent dat die nieuwe versie van de lagere regelgeving in de vorm van de AmvB wijzigingen aanbrengt in het Bbl. De verwachting is echter dat deze AmvB door de vertraging van de Omgevingswet toch ook nog wijzigingen aanbrengt in het Bouwbesluit 2012. Minister Ollongren schrijft bijvoorbeeld in de brief dat de toelatingsorganisatie TO dit jaar operationeel wordt. Deze TO gaat onder meer over de toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging. Aangezien het Bbl nog niet in werking is getreden en de toelatingsorganisatie dit jaar al moet kunnen besluiten over de toelating van instrumenten, moeten de regels daarover nog worden opgenomen in het Bouwbesluit 2012.
Volgens de minister wordt de toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw in 2020 operationeel. De oprichting van de TO ligt geheel op schema, aldus Ollongren. De TO kan alleen operationeel worden als bepalingen uit de WKB die over die organisatie gaan in werking treden. Met andere woorden, de WKB treedt dit jaar al wel gedeeltelijk in werking.
De TO heeft onder meer tot taak te beslissen over de toelating van een instrument in het openbare register, de instrumentaanbieder een waarschuwing te geven dan wel een instrument te schorsen of in te trekken en het openbare register bij te houden. De TO voert steekproefsgewijs inspecties uit tijdens het bouwproces en bij oplevering. Op die manier vormt de toelatingsorganisatie zich een beeld in hoeverre met kwaliteitsborging gerealiseerde bouwwerken aan de bouwtechnische voorschriften voldoen. Daarnaast beheert de TO ook het stelsel van de Erkende Kwaliteits Verklaring.
De Vereniging Kwaliteitsborgers Nederland verwacht voldoende personeel te kunnen aantrekken als kwaliteitsborger. Het is echter wel nodig dat er werk is voor deze kwaliteitsborgers. Meer proefprojecten kunnen helpen om geleidelijk meer kwaliteitsborgers aan te nemen. Aandachtspunt hierbij is, zeker nu dat het werven van kwaliteitsborgers bij bouwbedrijven en adviesbureaus bij die partijen niet leidt tot capaciteitsproblemen en dat door de coronacrisis er voldoende beschikbare mensen zijn.
Nu zijn er circa 200 gecertificeerde kwaliteitsborgers. Het totaal aantal benodigde kwaliteitsborgers is afhankelijk van het aantal bouwtrajecten in gevolgklasse 1 na inwerkingtreding van het stelsel van kwaliteitsborging. De Vereniging Kwaliteitsborgers Nederland schatte eerder dat 850 kwaliteitsborgers nodig zijn voor gevolgklasse 1. Uit herberekeningen volgt dat dit aantal naar verwachting lager zal uitvallen. Met alle betrokken partijen wordt gezamenlijk bekeken hoe de werving van kwaliteitsborgers zo kan worden ingeregeld dat er geen gaten in de keten vallen, aldus de Minister. De Minister zelf ziet het aantal kwaliteitsborgers vooralsnog niet als een beletsel voor invoering van het stelsel.
Het starten van nieuwe proefprojecten om onvolkomenheden vroegtijdig op te sporen en op te lossen, anderzijds werkervaring op te doen met de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen partijen (aannemer, kwaliteitsborger en gemeente) gaat minder snel dan verwacht. Een brede diversiteit aan bouwprojecten moet worden meegenomen om te komen tot een representatieve doorsnede van alle bouwprojecten. Belangrijk is daarbij op het beproeven van alle stappen in het proces met betrokken partijen.
De ambitie uit het VNG bestuursakkoord om 10% van de bouwprojecten uit te voeren als proefproject is volgens de Minister geen expliciete voorwaarde voor inwerkingtreding van het stelsel, maar is wel het streven. Hoe meer proefprojecten, des te meer ervaring en dat de inwerkingtreding dan soepeler kan verlopen. Naast het volume – dat mede afhankelijk is van de bereidheid van gemeenten en bouwende partijen om deel te nemen aan pilots – is het belangrijk om een brede diversiteit in bouwtrajecten te beproeven, een zogenaamde representatieve doorsnede. Dit zorgt ervoor dat er een goed beeld ontstaat van eventuele knelpunten die opgelost moeten worden. Tot op heden zijn er op basis van de eerdere ervaringen en de recent gestarte nieuwe proefprojecten geen onoverkomelijke knelpunten naar voren gekomen volgens de minister. De coronacrisis draagt niet bij aan het uitvoeren van uitgebreide hoeveelheid proefprojecten.
Voor het garanderen van de kwaliteit is, naar aanleiding van een Kamermotie, nu gelukkig in het stelsel voorzien in een (voortzetting van) een stelsel van erkende kwaliteitsverklaringen. Nu worden deze nog afgegeven namens de Minister en geregistreerd door Stichting Bouwkwaliteit. Deze taken zullen worden ondergebracht bij de toelatingsorganisatie (TO). Daarmee valt deze taakuitoefening onder de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
Over de uiteindelijke inwerkingtreding van de WKB heeft de Minister toegezegd voor de zomer van 2020 een besluit te zullen nemen.
Bron: FME